deCRXgarage

De grootste Honda CRX informatie site van Nederland.

  • Full Screen
  • Wide Screen
  • Narrow Screen
  • Increase font size
  • Default font size
  • Decrease font size

Foutcodes

E-mail Afdrukken

 

Het inspuitsysteem van de Honda CRX is uitgerust met een zelfdiagnosesysteem dat aan de hand van het aantal knipperingen van een LED, verteld wat er mis is.

 


Type 1 (met PGM-FI) en de Type 2

Het waarschuwingslampje is in het dasboard aangebracht (oranje lampje met pictogram van een motor erin) en gaat branden als er een fout geconstateerd word. Als het waarschuwingslampje op het dashboard brandt, dan is het reservesysteem in werking. Dit is een soort noodprogramma waarbij de motor niet tot het uiterste zal gaan totdat de fout verholpen is. Het kan dus ook voorkomen dat het lampje op het dashboard niet brand maar er wel een storing is. De foutcodes zijn af te lezen door de sleutel op contact te draaien en het aantal knipperingen van het zelfdiagnoselampje te tellen.
Het zelfdiagnoselampje (LED) is op de ECU (Elektronic Control Unit) gemonteerd. De ECU bevind zich in een ruimte onder de vloerbekleding aan de passagiers zijde (zie foto). 

De plaats van het zelfdiagnose lampje.
De plaats van het zelfdiagnose lampje.

Na een reparatie moet het systeem gereset worden. Kijk hiervoor onder het kopje ECU resetten.

Ook kan het voorkomen dat door het resetten van de eenheid de storing verholpen is. Dit kan het geval zijn als er een eenmalige gebeurtenis is opgetreden waardoor er een storing optrad. Komt de storing na een korte tijd weer terug, dan was het dus geen eenmalige storing en dient men dit probleem te verhelpen.
Van de meeste sensoren en kleppen is onderaan de pagina op een schets te zien waar deze zich bevinden.

Type 3

Vanaf 1992 heeft Honda de ECU een andere naam gegeven, namelijk de Electronic Control Module (ECM).
Voor het uitlezen van de foutcodes van de ABS dient de 'service connector' worden doorverbonden. Deze stekker is groen van kleur en bevind zich onder het dashboardkastje (zie foto). Na het doorverbinden hiervan (met bijv een paperclip de ene pool van de stekker doorlussen naar de andere pool van de stekker) is de foutcode uit te lezen aan de hand van een knippercode die het lampje op het dashboard geeft.

Als de groene stekker wordt doorverbonden wordt de eventuele knippercode op het dashboard weergegeven.
Als de groene stekker wordt doorverbonden wordt de eventuele knippercode op het dashboard weergegeven.
Foto: Tommie

Download hier de ABS handleiding en flowcharge uit Chilton's CIVIC/CRX/Del Sol 1984-1995 Repair Manual.

ECU resetten

Om de ecu te resetten dient het volgende stappenplan gevolgd te worden.

  • Maak de massaklem van de accukabel los van de accu of verwijder de ECU zekering EN de hoofdzekering (hazard) uit de zekeringenkast onder de motorkap.
  • Wacht een aantal seconden voor het terugplaatsen van de accupool of zekering.
  • Het geheugen van de ECU is nu gereset. Omdat de ECU zich nu weer moet instellen dient de motor gestart te worden en enkele minuten stationair lopen.

LET OP: geef dus GEEN gas maar laat hem gewoon stationair lopen.

Foutcodes

Bij de ED9 staat elke knippering voor een getal, knippert het lampje dus bijvoorbeeld 11 keer dan betekend dat dus dat er een foutcode 11 is. Elke foutcode word gevolgd door een korte pauze. Meerdere foutcodes zijn dus mogelijk.
Bij de EE8 is het knipperen onderverdeelt in tien- en enkeltallen. Een lange staat voor een tiental en een korte knippering voor een enkeltal. Dus bijvoorbeeld 2 lange knipperingen en 2 korte betekend dit dus foutcode 22. Elke foutcode word ook hier gevolgd door een korte pauze en ook hier zijn meerdere foutcodes dus mogelijk.

Continue = Regeleenheid
1 = Lambda sonde 1
2 = Lambda sonde 2
3 = MAP sensor (Manifold Absolute Pressure)
4 = BDP - sensor. (Bovenste Dode Punt)
5 = MAP sensor (Manifold Absolute Pressure)
6 = TW sensor. (Temperatuur Water)
7 = TH sensor (gasklephoek)
8 = BDP - sensor (Bovenste Dode Punt)
9 = BDP - sensor (Bovenste Dode Punt) Alleen voor 1,6 L
10 = TA sensor (Temperature Air)
11 = IMA (Idle Mixture Adjustment). CO potmeter
12 = EGR Lift sensor (Exhaust Gas Recirculation)
13 = PA sensor. (Pressure Atmosferic) Buitenluchtdruk
14 = EACV klep (Electronic Air Controlled Valve)
15 = Ontsteking uitgangssignaal (Toerenteller).
16 = Verstuivers (behalve 1,6 L zonder kat.)
17 = VSS (Vehicle Speed Sensor) Snelheidssensor
18 = Ignition Timing (Vacuumvervroegerssignaal)
19 = Automatic Transmission Lock Up Control Solenoid (Vergrendelklep Automatische transmissie) Alleen 1,5 L
20 = ELD (Electrical Load Detector)
21 = VTEC Solenoid (Magneetventiel) VTEC voor.
22 = VTEC Oil Pressure Switch (Oliedrukschakelaar) VTEC voor.
23 = KS sensor (Knock Sensor) Pingelsensor
30 = Automatisch Transmissie Signaal: "A" / SEAF / SEFA / TMA of TMB
31 = Automatisch Transmissie Signaal "B"
35 = TCSTB signaal. (TCS)
36 = TCFC signaal. (TCS)
41 = Lambda 1 (primair) – Storing in de verwarming. Alleen D16Z6, D16Z7 en B16A2 motoren
41 = LAF Sensor (Linear Air Flow) Lambda sonde verwarming. Alleen D15Z1 motor.
42 = Lambda 2 – Storing in verwarming.
43 = Fuel Supply System - Storing in brandstoftoevoer of Lambda sonde 1
44 = Fuel Supply System - Storing in brandstoftoevoer of Lambda sonde 2
45 = Brandstof te ‘arm’ of te ‘rijk’
47 = Spanning brandstofpomp.
48 = LAF Sensor (Linear Air Flow)
51 = Magneetventiel VTEC (achter)
52 = Oliedrukschakelaar VTEC (achter)
53 = Pingelsensor achter.
54 = CKF Sensor (Crankshaft Speed Fluctuation) krukstandsensor
58 = BDP Sensor 2 (Bovenste Dode Punt)
59 = BDP sensor 2 (Bovenste Dode Punt) Cilinder 2
61 = Lambda 1 Verwarming (Primary) Te hoge, te lage spanning of trage reactie
63 = Lambda 2 Verwarming (Secondary) Te hoge, te lage spanning of trage reactie
65 = Lambda 2 Verwarming (Secondary)
67 = Katalysator systeem – Werking beneden peil of defect systeem
70 = Automatische transmissie storing (defect of storing in aansturing)
71 = Cilinder 1 - Mislukte of willekeurige ontsteking.
72 = Cilinder 2 - Mislukte of willekeurige ontsteking.
73 = Cilinder 3 - Mislukte of willekeurige ontsteking.
74 = Cilinder 4 - Mislukte of willekeurige ontsteking.
75 = Cilinder 5 - Mislukte of willekeurige ontsteking.
76 = Cilinder 6 - Mislukte of willekeurige ontsteking.
80 = Uitlaatgas recirculatie systeem - Onvoldoende stroming gedetecteerd
86 = ECT Sensor (Engine Coolant Temperature)
90 = Evaporative Emission Control System – Lek in het brandstofsysteem in de buurt van de tank
91 = Brandstofdruk in de tank te laag.
92 = Evaporative Emission Control System – Onvoldoende afvoer

Plaats

De sensoren onder de motorkap.
De sensoren onder de motorkap.

1 = MAP-sensor (geeft informatie over de druk in het inlaatspruitstuk)
2 = Afsluitklep luchtventilatie
3 = EACV klep (regelt het stationair toerental bij bij veranderende belasting)
4 = Versneld stationairklep
5 = TA-sensor (geeft info over de temperatuur van de aangezogen lucht in het inlaat spruitstuk)
6 = Voorschakelweerstand verstuivers
7 = TW-sensor (Geeft info over de temperatuur van de koelvloeistof)
8 = Lambda-sonde (geeft info over het zuurstof gehalte in de uitlaatgassen)
9 = BDP-sensor (Geeft info over de stand van de zuiger van cilinder 1 en het motortoerental) (geeft bij storing foutcode 4 of 8)
10 = TH sensor (Geeft info over de stand van de gasklep)
 

Sensoren in de auto.
Sensoren in de auto.

1 = IMA - sensor (alleen motoren zonder katalysator) (Stationair mengsel stelschroef)
2 = PA - Sensor (Geeft info over de atmosferische druk)
3 = Regeleenheid (ECU)
 

De olie druk sensor.
De olie druk sensor.

BDP-sensor (Geeft info over de stand van de zuiger van cilinder 1 en het motortoerental) (geeft bij storing foutcode 9)


De BDP sensor (alleen aanwezig bij een DOHC).

Waarden

Om te kunnen bepalen of de sensoren defect zijn zijn er hieronder een aantal meetwaarden gegeven. Komt de waarde van de sensor buiten de opgegeven toleranties dan is de kans groot dat hij defect is. De sensoren moeten op de lambda-sonde na worden gemeten met het contact uit. De waarden van de lambda-sonde moeten met een op bedrijfstemperatuur zijnde en draaiende motor worden uitgevoerd.

Controleer evt ook:

  • De bedrading naar de sensor toe op breuk of oxidatie.
  • De stekker aan de sensor op oxidatie of vuil.
Naam Omstandigheid Waarde
Lambda-sonde (zie handleiding) Geef vol gas daarna gas los Nominaal ± 0,40 Volt
Rijk Mengsel ± 0,85 Volt
Arm mengsel ± 0,02 Volt
TW-sensor (zie handleiding) Bedrijfstemperatuur (=koelfan 2x aangeslagen) 200 - 400 Ohm
TA-sensor Bedrijfstemperatuur (=koelfan 2x aangeslagen) 1 - 4 kOhm
EACV (zie handleiding)   9 -15 Ohm
BDP code 04 1,6 L motor (zie fig.) Aansluiting C-D 350-550 Ohm
BDP code 04 1,5 L motor (zie fig.) Aansluiting D-E 350-550 Ohm
BDP code 08 1,6 L motor (zie fig.) Aansluiting A-B 350-550 Ohm
BDP code 08 1,5 L motor (zie fig.) Aansluiting B-C 350-550 Ohm
Brandstofpomp   Minimaal 0,23 L per 10 sec
Verstuiver Voor PGM-FI-MPI 1,5 - 2,5 kOhm
Verstuiver Voor PGM-FI-DPI Hoofdverstuiver 0,6-1,6 Ohm
Hulpverstuiver 7,0-10 Ohm
Voorschakelweerstand Voor PGM-FI-MPI en PGM-FI-DPI 5 - 7 Ohm

Stekker van de ontsteking van een 1,5 L motor Stekker van de ontsteking van een 1,6 L motor.Stekker van de ontsteking van een 1,5 L motor Stekker van de ontsteking van een 1,6 L motor. 
Stekker van de ontsteking van een 1,5 L motor Stekker van de ontsteking van een 1,6 L motor.

Je bent hier: Startpagina