Inleiding

Honda is opgericht door Soichiro Honda, de oudste zoon van een smid, werd in November 1906 geboren in Kornyo, dichtbij Hamamatsu, hij was de oudste zoon van een smid en was gek van auto’s. Als jonge man bouwde hij een aantal racewagens waarin hij ook meedeed aan races. Een van die races werd hem bijna fataal na een groot ongeluk in 1936. Het jaar erna richtte hij met de kennis die hij bij zijn opleiding metaalbewerking had opgedaan een zuigerverenfabriek op.

Vervolgens richtte hij in 1946 het Honda Technical Research Instituut op. Op dat moment was het in Japan oorlog. Daarom bouwde hij simpele motorfietsen om mensen gemakkelijk te kunnen vervoeren. Dit werd een groot succes en in 1948 richtte hij de Honda Motor Company op. Door de ervaring en kennis die Honda had opgedaan werd Honda wereldleider in de motorfietsenbranche. Vanaf 1960 begon Honda ook auto's te produceren, in 1972 verscheen de eerste Civic op de markt. In 1973 ging Soichiro met pensioen en werd het bedrijf overgedragen aan Kiyoshi Kawashima. Soichiro Honda overleed in 1991, zijn vrouw Sachi, een zoon en twee dochters achterlatend.

Momenteel werken er zo’n 90.000 medewerkers in 72 officiële Honda fabrieken wereldwijd. Nog steeds is Honda op vele fronten actief in de auto- en motorsport. De ervaringen die hier opgedaan worden en de technische innovaties die hier ontstaan, worden uiteindelijk omgezet in de straatauto’s.

De eerste Civic werd een enorm succes. Mede door zijn lage benzineverbruik verkocht Honda in 4 jaar tijd meer dan 1 miljoen stuks van de Civic. Vooral door de oliecrisis waren de zuinige en compacte auto’s in trek. Een doelgroep waar concurrenten als Volkswagen met zijn Golf ook flink op inspeelde.  

 

 

In 1979 kwam de 2e generatie Civic op de markt. Er was niet veel aan de auto verandert. Het model en de vorm waren hetzelfde, alleen zat de auto nu beter in elkaar en technische gebreken waren verbeterd. In 1983 kwam de Civic generatie 3 op de markt. Deze was wat hoekiger qua ontwerp, maar toch nog een opvallende auto. In dit jaar kwam er van de Civic een opvallende versie uit. Een sportcoupe met de naam CRX deed namelijk haar intrede. Sommige van de technieken die Honda in de formule 1 toepasten werden ook gebruikt in de CRX. 

 

 

In 1987 en de 4e generatie komt op de markt. En in 1991 de 5e generatie. De CRX uit 1987 kreeg een facelift en was verreweg vergelijkbaar met de 5e generatie civic. Deze type 2 zorgde ondanks de hoge aanschafprijs voor hoge verkoopcijfers in Nederland. 

 

 

 

 

In 1993 kwam er uiteindelijk een 3e generatie CRX uit. Met de kenmerken van de Civic uit 1991, en een apart afneembaar dak systeem, was deze versie ten opzichte van zijn voorgangers even wat anders geworden. Het was ook meer een 2-zitter geworden dan een 2+2. Hoewel het ontwerp voor sommige critici op de automarkt even wennen was, won deze CRX aardig terrein. 

Het grootste nadeel was wel het prijskaartje. Vooral Amerika was een goede afzetmarkt, daar werd zij verkocht onder de naam "Del Sol" (van de zon). 

In 1995 was het de beurt aan de 6e generatie Civic, opmerkelijk genoeg geen CRX. Inmiddels is Honda bezig met zijn 7e generatie Civic, alleen is er nog geen opvolger voor de CRX type 3.

 

Onderstel

De CRX dankt zijn zeer goede wegligging onder andere aan de ophanging van de wielen. De voorwielen zijn uitgevoerd volgens het zogenaamde double wishbone systeem. Dit systeem bestaat uit 2 boven elkaar liggende driehoeken (zie de 2 rood gekleurde stukken op de afbeelding). 

Ook de achterwielophanging draagt bij aan de goede wegligging. De gebruikte constructies zijn licht in gewicht en zeer compact waardoor de motorkap lijn laag gehouden kon worden. Dit draagt ook weer bij aan de lage luchtweerstand van de auto. Met een Cw waarde van 0,23 behoort de auto ook heden ten dag nog steeds tot een van de auto’s met de laagste luchtweerstand.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Interieur

De type 2 heeft een verticaal glazen achterruitje aan de achterklep. Hierdoor werd het zicht naar achteren sterk verbeterd en zorgde voor een optimaal zicht rondom. De CRX is bij de eerste 2 types uitgerust met een elektrisch schuif-kanteldak. Het derde type heeft een zogenaamd targa dak. Dit is een los dakdeel dat onder de achterklep geplaatst kan worden, het zij elektrisch hetzij handmatig. Vanaf het type 2 met VTEC motor is hij ook standaard voorzien van elektrische ramen. Ook is hij standaard uitgerust met semi-kuipstoelen. 

 

 

 

 

 

Motorisch

De meeste CRX-en zijn uitgerust met een 1600 cc motor, de allereerste types hadden een 1400 cc of 1500 cc motor. De motor heeft verder 4 cilinders in lijn en en 16 kleppen. In de meeste gevallen is hij voorzien van DOHC met PGM-FI. Wat betekenen nu deze termen? Dit word in de volgende tekst beknopt uitgelegd.

 

 

 

 

 

 

 

 

DOHC

Op een enkele uitvoering van de Amerikaanse versie van de CRX na, zijn alle motoren voorzien van DOHC. DOHC betekend Double OverHead Camshaft. Dit betekend dat de motor is voorzien van 2 bovenliggende nokkenassen. (op de afbeelding rechts is een SOHC nokkenas te zien).

 

 

 

 

 

 

VTEC

De type 2 is rond 1991 onder andere voorzien van een nieuw soort motor. Deze motor is voorzien van het VTEC systeem. VTEC staat voor Variable valve Timing and lift Electronic Control. Dit betekend dat de kleppen een variabele timing en lifthoogte hebben. Dit systeem zorgt voor een positieve bijdrage aan het vermogen en aan het brandstofverbruik.

Er zijn diverse soorten VTEC systemen op de markt, onder andere de nieuwe Porche boxter heeft ook een soort gelijk VTEC systeem als Honda. Alleen was Honda de eerste die het succesvol toepaste, en de rest heeft het dus een beetje afgekeken. De meeste CRX-en hebben 4 kleppen per cilinder. Deze worden bediend door een dubbele nokkenas (DOHC). Bij de VTEC is er een extra nokje per 2 kleppen. Deze draait gewoon mee met de nokkenas maar wordt pas gebruikt als de motor boven de 5200 toeren komt (en op temperatuur is en genoeg olie druk heeft) De twee nokken zijn dus de lage toeren nokken en de middelste nok is de hoge toeren nok.

Op het plaatje zijn 3 nokken schematisch weergegeven. De middelste is de hogetoeren-nok en de buitenste de lage. De hogetoeren-nok bedient een loper welke bij lage toeren gewoon loos op en neer beweegt. Boven de 5200 toeren wordt er door middel van oliedruk een stalen stift door de klepstoters en de loper gestoken. Hierdoor zorgt de loper ervoor dat de kleppen bediend worden door het nokkenprofiel van de hogetoeren-nok Voordeel van het VTEC systeem is dat de positieve eigenschappen van 2 nokkenprofielen gecombineerd kunnen worden in 1 motor. Dit levert efficiëntie op.

VTEC uit en kleppen dicht. 

VTEC uit en kleppen open.

VTEC aan en kleppen open. 

Soorten

• SOHC VTEC = alleen VTEC op inlaat
• DOHC VTEC = VTEC op in en uitlaat
• VTEC-E = zelfde als DOHC VTEC maar dan sluit 1 inlaatklep bij lage toeren.

 

 

 

 

 

 

 

De S2000

De meest ontwikkelde motor, zegmaar het parade paardje van Honda, is de Honda Roadster, de S2000. Deze haalt 240 Pk uit een 2 liter motor, en heeft een maximum toerenbereik van 9000 omw/min.

Honda heeft nu een 3 stappen VTEC systeem ontwikkelt. Hierbij word uit een 1500 cc motor een vermogen van 128 pk gehaald. Dit is vandaag de dag de meest efficiënte motor die er bestaat, met efficiënt wordt dan bedoeld dat er het meeste vermogen uit de minste brandstof word gehaald.

PGM-FI

PGM-FI betekend Programmed Fuel Injection. Dit wil zeggen dat de motor voorzien is van injectie. Dit injectie systeem wordt aangestuurd door een geavanceerd elektronisch systeem. Dit systeem bestaat uit de twee hoofd onderdelen, namelijk sensoren en de ECU.

ECU

De ECU is een stuk elektronica wat verbonden is alle sensoren en elektronische regelaars in de motor. De sensoren geven informatie over wat er gaande is in en om de motor. Aan de hand van deze informatie kan de ECU de voor de motor benodigde brandstof bepalen en zorgen dat hij dit ook krijgt. De gegevens voor in welke situatie welke hoeveelheid brandstof nodig is staat in de zogenaamde fuelmap. Deze gegevens zijn geprogrammeerd in een chip die enkele malen per seconde uitgelezen word. Verder is de ECUnog voorzien van een aantal gegevens die ervoor zorgen dat de motor niet stuk gaat en dat hij zorgt voor een zo laag mogelijk benzine verbruik bij een zo mogelijke prestatie van de motor. Enkele van deze gegevens zijn bijvoorbeeld de toerenbegrenzing dat ervoor zorgt dat de motor boven zijn maximale toerental komt de brandstoftoevoer word afgesloten en voorkomt dat de motor zichzelf kapot maakt.

De ECU open

Sensoren

De motor is voorzien van een aantal sensoren, kleppen en andere elektronica om te zorgen dat ze de ECU van allerlei informatie voorzien over de motor. De belangrijkste zijn. Hieronder volgt een korte opsomming van de belangrijkste. (kijk ook eens bij de foutcodes)

• De MAP-sensor

Dit is de absolute druk sensor en geeft informatie over de druk in het inlaatspruitstuk.

• De EACV klep

Dit is een klep die ervoor zorgt dat het stationair toerental altijd gelijk is, onafhankelijk van de belasting.

• Versneld stationairafsluitklep

Deze klep zorgt ervoor dat als de motor koud is deze harder stationair loopt waardoor hij sneller op temperatuur is.

• De TA sensor

Dit is de inlaat temperatuur sensor en geeft informatie over de temperatuur van de aangezogen lucht.

• De TW sensor

Geeft informatie over de temperatuur van de koelvloeistof.

• De lambda sonde

Dit is de zuurstof sensor en geeft informatie over het zuurstofgehalte in de uitlaatgassen.

• De BDP-sensor

Dit is de bovenste dode punt sensor en geeft informatie over de stand van de zuiger in cilinder 1 en over het motor toerental.

• De gasklephoeksensor

Geeft informatie over de stand van de gasklep.

• De IMA sensor

Dit is de stationair mengsel sensor, hiermee kan bij de modellen zonder katalysator het stationaire mengsel aangepast worden.

• De PA sensor

Dit is de atmosferische luchtdruksensor en geeft informatie over de druk in buitenlucht.

Zelfdiagnose systeem

De ECU is ook voorzien van een zelfdiagnose systeem. Dit systeem zorgt ervoor dat als er iets mis is met de motor, een storing of een defect, er een lampje op het dashboard gaat branden. In het midden van de ECU zit een LED, als het lampje op het dashboard brand kan er aan de hand van een knippercode van de LED in de ECU een code afgelezen worden. Met deze knippercode kan in een lijst opgezocht worden wat er mis is. Hierdoor kan een storing zeer snel verholpen worden.

De plaats van de ECU met in het midden het zelfdiagnose-lampje.